Als mijn vader bijvoorbeeld de kas ging krijten (beschermen van het gewas tegen zonlicht met een krijtlaag over het dek), moest ik de slang aangeven en weer terugtrekken op de ladder door het dekraam op het middenpad, zodat hij buiten op het dek in de goot kon lopen en de ramen wit spoot. Als ik die meterslange slang terugtrok, kwam al dat vloeibare krijt mee met die slang dus was ik helemaal wit van de derrie. En als er niks meer uit het spuitpistool kwam, moest ik keihard naar voren fietsen om daar bij het ketelhuis, waar ook het vat stond met krijt te vullen. Er moest dan een zak krijtpoeder bij, water tot het streepje en dan hard roeren met een schep. Dat was best zwaar, maar ik wist niet beter. Als het dan goed doorgeroerd was, moest ik weer snel terugfietsen, want hij stond dan ongeduldig te wachten tot hij weer verder kon. Toen waren er nog geen gespecialiseerde krijtbedrijven. Ook de gewasbescherming ging ongeveer zo, slangen langs de haspels leiden, aanvoeren en terugtrekken. Ik vond het echt shitwerk, maar het was nu eenmaal geen verzoek, het was gewoon normaal dat je meehielp op zaterdag, in de vakanties en regelmatig ’s-avonds na het eten.
Ik moet zeggen dat ik weleens jaloers was op de kinderen uit m’n klas die gewoon op de bank konden liggen als ze dat wilden. Zij hoefden niks te doen thuis. Een boodschapje voor hun moeder soms! Nou dat was voor mij een feestje in plaats van een ‘werkje’. Wij woonden buitenaf daar liep je niet zomaar even naar een winkel.
Door deze jeugdervaringen, kan ik me nu heel goed verplaatsen in wat er in een kas gebeurt, ook al gaat het nu allemaal makkelijker, word je er minder vies van en is het minder zwaar. En toch was het heel waardevol om dit mee te maken. Ik denk weleens terug….. Dit heeft mij als mens gevormd in mijn jonge jaren. Werken was normaal. Als je iets wilt bereiken, moet je er iets voor doen. Want niks gaat vanzelf!
Als ik deze roots en opvoeding niet had gehad, had ik het toch een heel stuk moeilijker gevonden om te doen wat ik nu doe in mijn functie. Ik heb regelmatig gesprekken met mensen dat ze tegen iets aanlopen, dat er iets moet veranderen, dat ze problemen ervaren. Echter de sleutel ligt bij henzelf, want een ander kun je niet veranderen. Je kunt wel je eigen gedrag aanpassen, zodat de ander zich ook anders gaat gedragen. Hoe beter je je zelf kunt verplaatsen in anderen, hoe meer verbinding je met mensen kunt hebben. En met verbinding kun je veel bereiken. En met verbinding bedoel ik dat je vanuit je hart iets deelt met iemand, zodat er een connectie ontstaat. Als je een ‘rol’ speelt, gaat dit niet werken. Dan heb je een arbeidsverhouding of een samenwerking. Natuurlijk is dit ok, maar ik ben ervan overtuigd dat als je een echte verbinding tot stand kunt brengen, je in een samenwerking of arbeidsverhouding veel meer kunt bereiken. Je bent dan namelijk authentiek, je bent wie je bent en dat voelt de ander.
Ik ben nu 50 en nóg steeds vraagt m’n vader regelmatig of ik nog m’n best doe en of mijn werkgever tevreden met mij is? Mijn antwoord op de vraag in de titel is dan ook, het meeste is van alle tijd, misschien net even anders maar toch wel aardig hetzelfde. Verbinding kan je veel brengen en de sleutel voor verandering ligt meestal bij jezelf. Dat blijft altijd.